In de familierechtbank staat het belang van het kind centraal. Zo heeft iedere minderjarige het recht om gehoord te worden in procedures die hem aanbelangen. Dit hoorrecht houdt echter geen verplichting in van de minderjarige om te spreken.
Om dit hoorrecht ook in de praktijk te kunnen omzetten, krijgt iedere minderjarige vanaf 12 jaar, die belanghebbende is in een procedure voor de familierechtbank, een brief toegestuurd met de nodige informatie en een antwoordformulier. Kinderen jonger dan 12 jaar moeten zelf of via een vertegenwoordiger vragen om gehoord te worden.
De rechter luistert naar de mening van het kind en houdt er rekening mee in zijn beslissing. Het gesprek vindt persoonlijk plaats, niet in de rechtszaal en niet in aanwezigheid van de ouders. Van elk gesprek wordt een verslag opgemaakt, met een weergave van wat de minderjarige heeft verteld. De rechter vraagt na bij de minderjarige of het verslag correct weergeeft wat hij/zij verteld heeft, maar de minderjarige hoeft het verslag niet te ondertekenen. Deze neerslag wordt uiteindelijk bij het gerechtelijk dossier gevoegd, zodat alle partijen er dus kennis van kunnen nemen
De rechter kan een sociaal onderzoek laten uitvoeren door een justitieassistent of een maatschappelijk assistent. Die voert een aantal gesprekken met de betrokkenen en maakt een rapport op met de individuele, relationele en sociale gegevens van de kinderen en de ouders. Op basis daarvan wordt een advies aan de rechter overgemaakt.
Klik hier voor meer informatie over kinderrechten.