Als gescheiden ouders blijf je samen het ouderlijk gezag uitoefenen over de kinderen, ongeacht de verblijfsregeling. Belangrijke beslissingen m.b.t. tot de gezondheid, de opvoeding, de opleiding, de vrijetijdsbesteding en de godsdienstige of filosofische strekking van het kind moet je samen nemen.
Een rechterlijke beslissing of een scheidingsovereenkomst kan van dit principe afwijken en het ouderlijk gezag aan één ouder toewijzen. Dat kan alleen wanneer wordt bewezen dat dit in het belang van het kind is.
De ouder die niet over het ouderlijk gezag beschikt, behoudt wel een aantal rechten en plichten:
Voor meer informatie over rechten en plichten van ouders: klik hier.
Een ouder die geen ouderlijk gezag uitoefent, blijft recht hebben op persoonlijk contact. De rechter bepaalt hoe dit omgangsrecht wordt geregeld. Doorgaans verblijven de kinderen om de 14 dagen een weekend en de helft van de schoolvakanties bij de ouder met omgangsrecht.
Ook grootouders hebben recht op persoonlijk contact met hun kleinkinderen en kunnen dit eventueel afdwingen via de rechter.
Bij vragen of conflicten over ouderlijk gezag en persoonlijk contact, kun je terecht bij: