Iemand die niet meer voor zichzelf kan zorgen, blijft graag in zijn thuisomgeving. Vaak helpen familieleden bij het organiseren van het dagelijkse leven. Familieleden die zorgen voor een zorgbehoevende persoon worden mantelzorgers genoemd.
Mantelzorg is niet evident. Goede afspraken tussen de zorgbehoevende persoon, de familie en de zorg- en hulpverleners zijn noodzakelijk. Hou rekening met de financiële kant van de zaak en de tijdsindeling.
Je hoeft er niet alleen voor te staan; professionele ondersteuning en zorg zijn mogelijk. Het gaat onder meer over volgende woonzorgvoorzieningen: een dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds, thuisverpleging, een dienst voor gezinszorg, een dienst voor oppashulp, een lokaal dienstencentrum, een centrum voor herstelverblijf, een centrum voor dagverzorging, een centrum voor kortverblijf, een groep van assistentiewoningen en een woonzorgcentrum.
De dienst maatschappelijk werk van je ziekenfonds helpt je met het zoeken naar een oplossing en geeft je een zicht op financiële tussenkomsten en de mogelijkheden van ondersteuning en zorg.
Je kunt daarvoor ook terecht bij het Sociaal Huis van je gemeente of, wanneer je in een Brusselse gemeente woont, bij de sociale dienst van het OCMW.
Voor informatie en ondersteuning kun je terecht bij de volgende mantelzorgverenigingen:
Op de website van het agentschap Zorg en Gezondheid vind je meer informatie over lokale dienstencentra en thuis- en ouderenzorgvoorzieningen. Gegevens van woonzorgvoorzieningen vind je eveneens op de website van Zivi (Zorginformatie voor iedereen). De Woonzorglijn geeft informatie en advies en behandelt klachten over woonzorgcentra, groepen van assistentiewoningen, centra voor kortverblijf of centra voor dagverzorging.
Op emotioneel vlak is mantelzorg niet te onderschatten: het geeft je veel voldoening om voor een familielid te zorgen, maar het slorpt ook veel energie op. Vermoeidheid, onzekerheid en bezorgdheid hebben een weerslag op je gezin. Buiten het gezin verminderen je sociale contacten omdat de zorg erg tijdrovend is. Als mantelzorger mag je niet vergeten voor jezelf op te komen: aandacht hebben voor je gevoelens, tijd maken voor jezelf en ‘nee’ zeggen wanneer je iets niet haalbaar vindt, maakt een moeilijke mantelzorgsituatie draaglijker.
Ouders, grootouders, (half)broers of (half)zussen en mensen die jou – toen jij kind was – ten laste hadden die bij jou inwonen kun je net zoals je kinderen fiscaal ten laste beschouwen. Dit levert je een belastingvoordeel op, namelijk een verhoging van de belastingvrije som. Dat betekent dat een groter deel van jouw inkomen niet belast wordt en dat de verschuldigde belasting dus daalt. Dat kan enkel als de nettobestaansmiddelen van deze inwonende persoon minder dan 3.330 EUR (inkomsten 2019) bedragen. Gaat het om een persoon met een pensioen, dan moet er 26.840 EUR afgetrokken worden van het bruto bedrag van het pensioen om die nettobestaansmiddelen te bepalen.
Voor meer informatie klik hier of contacteer de FOD Financiën (02/572 57 57).
Wie zorgbehoevend is, kan via de Vlaamse Sociale Bescherming in aanmerking komen voor het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (130 EUR per maand) en het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (max. 594 EUR per maand). Aanvragen richt je tot je zorgkas.
Sommige gemeenten kennen een mantel- en thuiszorgpremie toe aan verzorgers. Kijk op www.rechtenverkenner.be of ga langs bij jouw ziekenfonds of Sociaal Huis.
Bespreek met je oudere familieleden ook zeker wat er zou moeten gebeuren indien ze mentaal zouden achteruitgaan. Wie mag beslissingen nemen over hun persoon of over hun vermogen indien ze daar zelf niet meer toe in staat zijn? Lees er meer over in de brochure 'Hoe jezelf en je vermogen beschermen wanneer je het niet (meer) alleen kan?'.
Er bestaan meerdere (specifieke) verlofregelingen voor mantelzorgers:
Vier thematische verloven:
tijdskrediet met motief in de privésector:
Met het verlof voor mantelzorg kan je arbeidsprestaties volledig of gedeeltelijk onderbreken om hulp of bijstand te geven aan een persoon die wegens zijn hoge leeftijd, gezondheidstoestand of zijn handicap kwetsbaar is en zich in een afhankelijkheidssituatie bevindt.
Belangrijk: het hoeft niet noodzakelijk te gaan om een familie- of gezinslid.
Volgende personen kunnen verlof voor mantelzorg opnemen, zonder dat een anciënniteitsvoorwaarde vervuld moet zijn:
Om verlof voor mantelzorg te kunnen opnemen, moet je erkend zijn als mantelzorger van de persoon voor wie je dit verlof wil opnemen.
Volgende voorwaarden gelden om als mantelzorger erkend te worden:
De erkenning is gekoppeld aan een zorgvrager. Deze moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Je moet een erkenningsaanvraag voor de toekenning van sociale rechten door middel van een verklaring op eer indienen bij jouw ziekenfonds. Het ziekenfonds beslist hierover. Een erkenning blijft 1 jaar geldig vanaf de ondertekening van de verklaring op erewoord, maar kan verlengd worden.
Een erkende mantelzorger kan het verlof voor mantelzorg aanvragen bij de werkgever en de RVA.
Het verlof voor mantelzorg kan volgende vormen opnemen:
Het recht op de volledige schorsing per werknemer of persoon in overheidsdienst bedraagt maximaal zes maanden over de gehele beroepsloopbaan of maximaal 12 maanden in geval van een halftijds onderbreking of een onderbreking met 1/5. Opgelet: een werknemer of persoon in overheidsdienst kan slechts 1 maand voltijd verlof voor mantelzorg (of 2 maanden halftijds of 1/5) opnemen per zorgbehoevende persoon. Hij kan m.a.w. 6 maanden voltijds verlof voor mantelzorg opnemen, maar dan voor zes verschillende zorgbehoevende personen !
Er wordt géén rekening gehouden met de periodes van loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor mantelzorg voor de berekening van de maximumduur van het tijdskrediet of van de loopbaanonderbreking die je in totaal kunt genieten in de loop van jouw loopbaan.
De onderbrekingsuitkering van de RVA is forfaitair en is dezelfde als die geldt voor verlof voor medische bijstand. Wel kan je geen Vlaamse aanmoedigingspremie krijgen boven deze uitkering.
Ook voor zelfstandigen, helpers in hoofdberoep of meewerkende echtgenoten is er een verlofregeling voor mantelzorg. Om de forfaitaire uitkering te kunnen krijgen van je socialeverzekeringsfonds, moet je tijdelijk je zelfstandige activiteit volledig of gedeeltelijk onderbreken voor minimum 1 maand en maximum 12 maanden.
Tijdens deze onderbreking moet je mantelzorg verlenen jouw kind met een handicap of aan een naaste (partner, bloed- of aanverwant tot de tweede graad of gezinslid) die getroffen is door een ernstige ziekte of die zich op het einde van zijn leven bevindt (palliatieve zorg).
Tegenover dit verlof staat een forfaitaire uitkering gedurende maximaal 12 maanden, een vrijstelling van bijdragen voor maximaal 4 kwartalen en een behoud van rechten met name op vlak van pensioen.
Deze verlofregeling moet je aanvragen bij jouw socialeverzekeringsfonds, en wel vóór je je zelfstandige activiteit onderbreekt. Deze aanvraag moet een medisch attest bevatten in geval van palliatieve zorg of ernstige ziekte en een verklaring op eer in geval van gedeeltelijke onderbreking.
Per maand volledige of gedeeltelijke onderbreking ontvang je respectievelijk 1.266,37 of 633,18 EUR.
Naast het verlof voor mantelzorg kun je je arbeidsprestaties onderbreken of verminderen in het kader van andere thematische verloven of van een tijdskrediet (in de privésector) of een gewone loopbaanonderbreking zonder motief (in de openbare sector).
Het verlof voor medische bijstand maakt het mogelijk om de arbeidsprestaties geheel of gedeeltelijk te onderbreken om te zorgen voor een zwaar ziek gezins- of familielid. Dit is een recht.
Opgelet: dit thematisch verlof mag niet worden verward met het tijdskrediet om te zorgen voor een zwaar ziek gezins- of familielid.
Familieleden zijn bloedverwanten tot de 2e graad en aanverwanten tot de 1ste graad (in bepaalde sectoren tot de 2e graad). Gezinsleden zijn de personen met wie je samenwoont. Dat zijn alle personen die onder hetzelfde dak wonen, ongeacht de band die je met hen hebt.
Elke ziekte of medische ingreep die de behandelende arts van jouw familie- of gezinslid als zodanig beoordeelt, wordt als zware ziekte beschouwd.
Je moet dus een attest kunnen voorleggen aan jouw werkgever en de RVA. Het komt hen niet toe om te oordelen of het gezondheidsprobleem al dan niet kan worden beschouwd als een ernstige ziekte. Die verantwoordelijkheid wordt overgelaten aan de behandelende arts van de patiënt voor wie de schorsing van jouw prestaties nodig is.
De volledige of gedeeltelijke onderbreking van jouw prestaties is slechts mogelijk als de bedoeling ervan is te helpen bij het herstel van jouw ernstig zieke gezins- of familielid. Concreet moet de bijstand aan de patiënt bestaan uit elke vorm van medische, sociale, familiale of mentale/morele hulp/bijstand waarvan de arts meent dat die hulp/bijstand helpt bij het herstel, bovenop de eventuele professionele bijstand die de patiënt kan genieten.
Het verlof voor medische bijstand kan voltijds of deeltijds worden opgenomen:
Ongeacht jouw uurrooster (voltijds of deeltijds) kan je jouw arbeidsprestaties volledig onderbreken.
Per zwaar zieke patiënt kan je jouw prestaties volledig onderbreken per periode van minimum 1 maand tot maximaal 3 maanden.
Je kan het voltijds verlof voor medische bijstand, mits akkoord van de werkgever, voor kortere periodes nemen dan de minimumduur van één maand. Hij kan dit inkorten tot 1, 2 of 3 weken.
De periodes van volledige onderbreking, bekomen in het kader van de medische bijstand, kunnen al dan niet opeenvolgend verlengd worden tot maximaal 12 maanden. Voor de alleenstaande werknemers die medische bijstand verlenen aan hun kind van maximum 16 jaar kan de maximumduur van de volledige onderbreking verlengd worden tot maximum 24 maanden.
Indien je in een uurrooster werkt dat minstens gelijk is aan ¾ van een voltijdse betrekking, kan je jouw prestaties verminderen tot een halftijdse betrekking. Indien je voltijds werkt, kan je jouw prestaties verminderen met 1/5.
In beide gevallen moet de periode van vermindering per zwaar zieke patiënt betrekking hebben op een periode van minstens 1 tot maximum 3 maanden.
De periodes van halftijdse of 1/5 onderbreking, bekomen in het kader van de medische bijstand, kunnen al dan niet opeenvolgend worden verlengd tot maximaal 24 maanden. Deze maximumduur kan worden verlengd tot maximum 48 maanden indien je alleenstaande bent en je het verlof vraagt voor een kind van maximum 16 jaar dat je uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt.
De maximumduur van 12 (of 24) maanden volledige onderbreking en die van 24 (of 48) maanden halftijdse of 1/5 onderbreking zijn niet cumuleerbaar. Indien je wenst over te stappen van een volledige onderbreking naar een gedeeltelijke onderbreking of omgekeerd, moet je ervan uitgaan dat 1 maand volledige onderbreking gelijk is aan 2 maanden gedeeltelijke onderbreking, halftijds of 1/5.
Er wordt geen rekening gehouden met de periodes van loopbaanonderbreking in het kader van de medische bijstand voor de berekening van de maximumduur van het tijdskrediet of van de loopbaanonderbreking die je in totaal kunt genieten in de loop van jouw loopbaan.
Gedurende de arbeidsonderbreking kun je genieten van een forfaitaire uitkering, die je aanvraagt bij de RVA. Je ontvangt dan maandelijks een premie voor een maximale periode van 1 jaar. Bovenop de uitkering van de RVA kun je een aanmoedigingspremie bij de Vlaamse overheid aanvragen voor het opnemen van dit verlof. Meer info krijg je bij de Vlaamse infolijn 1700 of op deze website.
Je kunt beroep doen op diensten die helpen bij het huishoudelijk werk of klusjes en diensten die de zorgbehoevende gezelschap houden. Hulp in het huishouden, bij boodschappen en bij vervoer kan vergoed worden met dienstencheques.
Bij een lokaal dienstencentrum kun je, bij een beginnende zorgsituatie, ook voor heel wat ondersteuning terecht: informatieve, recreatieve en vormende activiteiten en hulp bij de activiteiten uit het dagelijks leven (bv. warme maaltijden, hulp bij het wassen en boodschappen doen). Een oudere persoon kan een of meerdere dagen of uren per week naar een dagverzorgingscentrum gaan. Het personeel helpt bij het wassen en de verzorging en er zijn activatie-, revalidatie- en ontspanningsactiviteiten. De centra bieden ook een warme maaltijd aan en vervoer aan. Ook een opname in een centrum voor kortverblijf kan de mantelzorger ontlasten.
Krijg je te maken met een familielid met dementie, dan kan je de website www.omgaanmetdementie.be raadplegen.
Weet je niet bij welke dienst of organisatie je voor bepaalde kleine dagelijkse zorgen terecht kan? Allo? Allo! (02-474.03.00) van de Stad Brussel is een infolijn die senioren met vragen en behoeften de weg te wijst naar de juiste organisaties.
De online Ouderengids maakt je wegwijs bij tal van praktische vragen. De website is opgebouwd rond acht thema's: (1) maatschappelijke participatie, (2) inkomen, (3) premies en sociale voordelen, (4) mobiliteit en vervoer, (5) wonen, (6) sociale relaties, (7) welzijn, gezondheid en zorg, en (8) levenseinde.