Sommige kinderen vertonen thuis onaanvaardbaar gedrag. Ze schelden, ze liegen, ze chanteren of bedreigen hun ouders. Ze schoppen of slaan. Ze beschadigen de voorwerpen in huis. Ze stelen of persen geld af.
Geweld van kinderen tegenover hun ouders is niet zo bekend, toch komt het bij naar schatting 10% van de kinderen voor.
Omwille van het taboe, proberen de ouders het probleem geheim te houden ten opzichte van de buitenwereld; ze schamen zich tegenover hun omgeving. Het leidt bij veel ouders tot een negatief zelfbeeld of een depressie. Maar ook het kind ondervindt negatieve gevolgen in zijn ontwikkeling. De gezinsrelaties verslechteren: tussen de ouder en het kind, maar ook broers en zussen zien af van de situatie.
Daarom is het belangrijk vroeg in te grijpen en hulp te zoeken. Adolescenten die agressief zijn ten opzichte van hun ouders tonen vaak al op heel jonge leeftijd moeilijk gedrag. Ze zijn moeilijk te straffen, aanvaarden geen grenzen en zijn heel koppig. Merk je deze zaken op, dan is het aangewezen advies te vragen. Maar op jonge leeftijd lukt het de meeste ouders wel het gedrag van hun kind in te tomen. Pas in de adolescentie stapelen de problemen zich op.
Geweld tussen broers en zussen komt vaak voor. Ouders hoeven zich daar weinig zorgen over te maken, het aftasten van grenzen maakt deel uit van het opgroeien van het kind. Toch spreken we in 4 op de 10 gevallen van ernstig geweld. Dan willen broers of zussen elkaar opzettelijk pijn doen, macht over de ander krijgen, met fysieke verwondingen tot gevolg. En dit gebeurt niet één keer, maar herhaaldelijk. De emotionele impact kan in die gevallen groot zijn.
Steeds meer gezinnen en ouders maken zich zorgen over radicaliserende jongeren. Deze thematiek wordt in de eerste plaats geassocieerd met Syriëstrijders, maar radicalisering kan in verschillende vormen voorkomen. Iemand die er extreem-rechtse opvattingen op na houdt, kan daarin ook radicaliseren.
Er is nog niet veel informatie voorhanden voor ouders of gezinnen die te maken krijgen met radicaliserende jongeren. Op de website van de Koning Boudewijnstichting vind je een overzicht van initiatieven en praktijken in de ondersteuning van families die geconfronteerd worden met gewelddadige radicalisering. Op de website van EXPOO vind je wel een dossier over radicalisering, met een hoofdstuk 'Wat kunnen ouders en opvoedingsfiguren doen?'. Klasse biedt een multimediaal Dossier Radicalisering aan. Hoewel dit dossier in de eerste plaats op scholen, leerkrachten en CLB-medewerkers is gericht, kan het ook ouders helpen om meer te weten te komen over deze problematiek.Heb je al beroep gedaan op laagdrempelige jeugdhulp in jouw regio of een dienst die je kan helpen bij opvoedingsproblemen, maar geraken de problemen niet van de baan of kan je daar niet terecht, dan kun je contact opnemen met het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ).
Het OCJ onderzoekt of het in verontrustende situaties nodig is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten. Onder verontrustende situaties verstaat men: situaties waarin de ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd zijn; of situaties waarin de psychische, fysieke of seksuele integriteit van een minderjarige aangetast wordt. Je leest alles over wat het OCJ doet en wat het voor jou kan betekenen in de brochure Jij en het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg.
Wie als ouder, jongere of betrokkene klachten of vragen heeft over de hulpverlening in de bijzondere jeugdbijstand, kan gratis bellen naar de JO-lijn op het nummer 0800/900 33, of hen schrijven of e-mailen.De website Jeugdhulp maakt jongeren en hun ouders wegwijs in de jeugdhulp.
Er is sprake van gerechtelijke jeugdbijstand wanneer de minderjarige moet verschijnen voor de jeugdkamer van de familierechtbank. De jeugdrechter kan gedwongen hulp opleggen. Er zijn twee situaties waarin de jeugdrechter kan optreden:
Als het OCJ of het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling beslissen dat hulp noodzakelijk is, kan een zaak voor de jeugdrechter worden gebracht. De rechter kan voorlopige en definitieve maatregelen treffen.
Wanneer een jongere een misdrijf gepleegd heeft, wordt er niet gesproken van schuld, maar van een ‘als misdrijf omschreven feit’. De politie stelt een proces-verbaal op en zendt het door naar het parket. Het parket kan beslissen de zaak voor de jeugdrechtbank te brengen.
De jeugdrechter kan dan een aantal maatregelen nemen.
Op Watwat lees je meer of de politie een minderjarige zomaar kan ondervragen wanneer er een misdrijf is gepleegd?
Minderjarigen die moeten verschijnen voor de jeugdrechter hebben recht op een advocaat. Die advocaat verdedigt de minderjarige en niet zijn ouders. Kan de jongere zelf niet instaan voor de kosten, dan wordt hem een advocaat toegewezen. Op www.jeugdadvocaat.be vind je een advocaat die gespecialiseerd is in jeugdrecht en die goed met kinderen en jongeren kan communiceren. Het Centrum van Advocaten voor Jongeren (02/519 84 27) organiseert een gratis dienstverlening.
Alles over gerechtelijke jeugdhulp en wat zij voor jou en je gezin kunnen doen, lees je in de brochure Jij en de jeugdrechtbank.Aan de jeugdrechtbank is een sociale dienst verbonden die instaat voor het adviseren van de rechter en het zoeken van gepaste hulpverlening. De consulent, een medewerker van de sociale dienst, zal ook de minderjarige opvolgen in zijn of haar traject.