Wat hij geleerd heeft als peuter, gebruikt de kleuter (3 tot 6 jaar) nu om enthousiast de wereld rond zich te verkennen. Kleuters leven al spelend, maar doen ondertussen een massa ervaringen op waarmee ze het leven ontdekken.
De kleuter kan zich steeds beter oriënteren in bekende en onbekende levenssituaties, in ruimte en in tijd. Hij kan actief deelnemen aan gesprekken in en buiten het gezin. Het kind kan wensen, verlangens en behoeften uitdrukken. Een kleuter zal veel waarom-vragen stellen, die je als ouder zo goed mogelijk probeert te beantwoorden.
De kleuterperiode is de grote bloeiperiode van de fantasie. Dit is vooral merkbaar in het fantasiespel waarin alles mogelijk is (meer info vind je op de website Groeimee). Sprookjes zijn met hun fantasiewereld verhaaltjes die helemaal passen bij deze levensfase. Die fantasie geeft wel eens aanleiding tot angsten.
Door de kleuter sommige dingen te verbieden, neemt je kind dat geleidelijk in zich op en vormt hij of zij eigen geweten. Kleuters zullen ook zelf spontaan zeggen: “dat mag niet” en zijn er zich van bewust dat bepaalde gedragingen kunnen leiden tot straf of beloning. Tegelijkertijd wordt de kleuter zich bewust van het feit dat er twee geslachten bestaan en dat hijzelf een jongen of zijzelf een meisje is. Naar het einde van de kleutertijd toe imiteren meisjes hun mama en jongens hun papa.
Ouders staan nog altijd op de eerste plaats, maar leeftijdsgenootjes krijgen wat meer aandacht. In de kleuterschool maken ze vriendjes en vriendinnetjes en leren ze heel wat bij.
Klik hier voor informatie over diensten in deze levensfase.