Als je huwt, moet je een aantal regels naleven. De basisregels zijn bij elk huwelijk gelijk. De regels over eigendom en bezittingen kunnen verschillen. Die regels zijn wettelijk vastgelegd in het wettelijk stelsel, maar je kan er ook van afwijken met een huwelijkscontract bij een notaris. Om een huwelijk af te sluiten, moet je ook een aantal formaliteiten vervullen.
Formaliteiten
Informatie over de formaliteiten bij huwen en samenwonen verkrijg je bij de dienst Bevolking van je gemeente.
Op de website www.notaris.be krijg je ook een mooi overzicht van de verschillen tussen en de voordelen, rechten en plichten van huwen of samenwonen.
Inlichtingen over de rechtsgevolgen van huwen en samenwonen, over huwelijkscontracten en samenlevingscontracten, over de rechten en plichten van gehuwden en samenwonenden verkrijg je bij een notaris. Advies inwinnen bij een notaris is kosteloos. Voor het opstellen en bekrachtigen van akten zijn wettelijk vastgestelde tarieven bepaald. Informatie en adressen van notarissen vind je bij de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat - tel: 02/ 505 08 11.
Advies
Een advocaat adviseert je tegen betaling. Hij beantwoordt vragen over huwelijk en samenwonen, dit kan vooral nuttig zijn bij complexe vermogenssituaties. Voor adressen van advocaten, de tarieven en meer informatie kun je terecht bij de Orde van Vlaamse Balies - tel: 02/ 227 54 70
Voor een eerste juridisch advies kun je terecht bij de justitiehuizen of de wetswinkels.
Heel wat praktische zaken die met je huwelijk (én feest) gepaard gaan, vind je op www.huwelijk.be of www.wijtrouwen.com.
Basisregels
De basisregels zijn van toepassing op alle gehuwden.
Je hebt deze rechten en plichten:
- Je bent verplicht samen te wonen. Alle beslissingen over de gezinswoning moet je samen nemen. Ook wanneer slechts één van jullie eigenaar is, moet je samen beslissen over de verkoop, verhuur, de schenking of de hypotheek van de woning. Als je een woning huurt, ben je automatisch allebei huurder, zelfs al staat het huurcontract op naam van één van beiden. Je moet beiden akkoord zijn met de opzeg van de huur. Omgekeerd moet de verhuurder de huur aan beiden opzeggen, anders is die opzeg niet geldig.
- Je bent verplicht elkaar trouw te blijven en elkaar bijstand te verlenen.
- Je bent verplicht elkaar te helpen en de lasten van het huwelijk samen te dragen. Die lasten omvatten het huishouden, woning, voeding, kleding, verzorging, opvoeding, vervoer, vakantie, ontspanning,…
- Je mag vrij je beroep kiezen, tenzij dat ernstige nadelen brengt voor je echtgenoot of je kinderen.
- Je kan een zicht- of spaarrekening openen en een bankkluis huren, zonder instemming van je echtgenoot. De bank brengt wel je echtgenoot op de hoogte.
- Je kan je inkomsten vrij ontvangen.
Wettelijk stelsel
Heb je geen huwelijkscontract bij een notaris afgesloten, dan val je onder het wettelijk stelsel. Je hebt dan elk een eigen vermogen en samen een gemeenschappelijk vermogen.
Wat behoort tot je eigen vermogen?
- Alles wat je bezit voor het huwelijk en wat die goederen toebehoort. Stel bijvoorbeeld dat je een bouwgrond bezit voor het huwelijk en je zet er samen tijdens het huwelijk een huis op, dan wordt het huis ook jouw eigendom.
- Alles wat je krijgt door een erfenis of schenking, ook tijdens het huwelijk.
- Alles wat je financiert met je eigen vermogen. Als je belegt in een woning, moet je dit wel in de notariële verkoopakte vermelden, anders wordt het als gemeenschappelijk beschouwd. Dit geldt dus ook voor de aankoop van een tweede huis, hoewel dit niet de gezinswoning is.
- Gereedschappen en werktuigen die dienen voor de uitoefening van het beroep.
- Een aantal rechten: het literaire, artistieke of industriële eigendomsrecht, het recht op herstel van persoonlijke, lichamelijke of morele schade en het recht op een pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering van één van de echtgenoten.
- Eigen schulden zijn schulden die je bent aangegaan voor het huwelijk of schulden die je verkrijgt door een erfenis. Ook schulden die uitsluitend aangegaan zijn in je eigen belang of omwille van een strafrechtelijke veroordeling zijn eigen schulden.
Wat behoort tot het gemeenschappelijk vermogen?
- Alle inkomsten: je loon of wedde, je uitkering en inkomsten uit eigen goederen (bv. uit het verhuren van je eigen woning).
- Goederen die je koopt tijdens het huwelijk, zelfs al staat de factuur op jouw eigen naam.
- Geld op je bankrekening.
- Alles waarvan je niet kan bewijzen dat het je eigen goederen zijn.
- Gemeenschappelijke schulden zijn schulden die jullie samen aangegaan zijn of door één echtgenoot in het belang van het gezin en het huishouden.
- Je kan elk apart aankopen doen en contracten sluiten. Voor een aantal belangrijke handelingen moet je beiden instemmen: dat is bij de verkoop of de hypotheek van een gemeenschappelijke woning, het aanvaarden of het verwerpen van een gemeenschappelijke schenking, het schenken van gemeenschappelijk bezit, het aangaan van een lening, aankopen of afbetalingen, het afsluiten van een huurovereenkomst langer dan negen jaar en het verkrijgen of overdragen van een handelszaak of bedrijf.
Huwelijkscontracten
Door middel van een huwelijkscontract kun je afwijken van de regels van het wettelijke stelsel of kiezen voor een ander stelsel.
Wil je een huwelijkscontract aangaan, dan wend je je best vóór het huwelijk tot een notaris. Hij kan de verschillende mogelijkheden uitleggen en de nodige documenten opstellen. Het is mogelijk om nog tijdens het huwelijk over te stappen naar een huwelijkscontract of van huwelijkscontract te wijzigen. Naargelang de aard en de grootte van de wijzigingen, zijn hier opnieuw notariskosten aan verbonden.
Huwen onder het wettelijk stelsel met een huwelijkscontract
In het huwelijkscontract kan je vastleggen wat je eigen bezit is, zodat je kan bewijzen dat het niet gemeenschappelijk is. Dit is van belang bij de verdeling van goederen bij een echtscheiding, het erfenisrecht bij een overlijden en het beslag van schuldeisers van één van de echtgenoten.
Veel voorkomende aanpassingen:
- De bouwgrond van één van de echtgenoten als gemeenschappelijk omschrijven. Zo is de woning die erop gebouwd wordt eigendom van beide echtgenoten en niet alleen van de bezitter van de bouwgrond. Je kan bepalen dat de echtgenoot die voor het huwelijk bezitter was, de waarde van de bouwgrond krijgt bij echtscheiding. De woning wordt dan gelijk verdeeld, want die behoort tot het gemeenschappelijk vermogen, de waarde van de bouwgrond niet.
- Het bevoordelen van de langstlevende echtgenoot. Normaal erft de overblijvende echtgenoot de ene helft van het gemeenschappelijk bezit en de kinderen de andere helft. Dit heeft onder meer als gevolg dat, indien de weduwe of weduwnaar een deel van de erfenis wenst te verkopen, er ook een akkoord van de kinderen vereist is. Je kan bijvoorbeeld bepalen dat de langstlevende echtgenoot het volledige bezit erft of dat die op dat moment zelf kan beslissen.
- Je kunt de langstlevende echtgenoot ook deels onterven. Sommige koppels doen dit bijvoorbeeld bij een hertrouw na een echtscheiding. Dit kan alleen als minstens één van de echtgenoten een kind heeft van voor het huwelijk. De langstlevende echtgenoot behoudt wel steeds het vruchtgebruik over de gezinswoning.
Huwen onder een ander stelsel
- Het stelsel van scheiding van goederen.
In dit stelsel is er geen gemeenschappelijk vermogen. Het inkomen van de echtgenoten blijft gescheiden: ieder behoudt zijn eigen inkomen als zijn eigen vermogen. De plicht om bij te dragen tot de lasten van het huwelijk blijft echter bestaan. Goederen waarvan de factuur op naam van één van de echtgenoten staat, zelfs al zijn ze aangekocht tijdens het huwelijk, behoren tot het eigen vermogen van die echtgenoot. Geld op de bankrekening op naam van één echtgenoot behoort tot de persoonlijke eigendom van die echtgenoot. Aankopen waarvan geen facturen bestaan of geen ander bewijs bestaat van eigendom, zijn voor de helft eigendom van elk van de echtgenoten. Voor schulden aangegaan door de ene echtgenoot, kan de andere echtgenoot niet verplicht worden mee te betalen en kunnen zijn goederen ook niet aangeslagen worden.
- Het stelsel van de algehele gemeenschap.
In dit stelsel is alles gemeenschappelijk: het heeft geen enkel belang wie iets gekocht of betaald heeft, op wiens naam de bankrekening staat, op wiens naam de factuur staat, of men de goederen reeds bezat voor het huwelijk of tijdens het huwelijk gekocht of geërfd heeft.
Huwelijksformaliteiten
Wil je trouwen, dan stap je naar het gemeentehuis van de plaats waar je wilt huwen (dit is de woonplaats van één van beiden). Bij de ambtenaar van de burgerlijke stand leg je een datum en een uur vast. Vanaf de zesde maand en minimum 14 dagen voor het huwelijk moet je met je identiteitskaarten de huwelijksaangifte doen. De ambtenaar verzamelt zelf alle nodige documenten. De gemeente rekent kosten aan voor de plechtigheid en het trouwboekje. Heb je een huwelijkscontract, dan moet je daarvan een attest bezorgen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Recent is het niet meer verplicht in het gemeentehuis zelf te huwen, maar kan dit ook in een ander openbaar gebouw. Informeer je bij je gemeente over de mogelijkheden.
Verschil met wettelijk samenwonen?
Er zijn veel overeenkomsten tussen wettelijk samenwonen en huwen, maar ook enkele belangrijke verschillen. Een mooi overzicht daarvan vind je in deze infofiche van notaris.be. Heb je kinderen? Dan spelen er nog andere overwegingen een rol. Notaris.be zet de drie mogelijke samenlevingsvormen (feitelijk en wettelijk samenwonen en huwen) naast elkaar en vergelijkt de impact hiervan op het erfrecht van jezelf en van je kinderen.