Als zwangere vrouw en kersverse moeder heb je recht op moederschapsverlof. De regeling verschilt voor werknemers en zelfstandigen.
Als je borstvoeding geeft, kun je daarvoor pauzes vragen op je werk.
Vrouwen waarvan de partner bevalt, hebben recht op een meemoederverlof, gelijkaardig aan het vaderschapsverlof.
Na de periode van moederschapsverlof kun je eventueel ouderschapsverlof opnemen of je kunt beroep doen op kinderopvang.
Meer informatie krijg je bij je personeelsdienst, je vakbond of je ziekenfonds.
Je hebt recht op 15 weken moederschapsverlof. Dat bestaat uit:
Een week voor de bevallingsdatum mag je dus niet meer gaan werken, dus je kan maximum 5 weken overdragen naar het postnataal verlof, waarvan je 2 weken kan omzetten in verlofdagen.
Als je te vroeg bevalt en de verplichte week prenataal verlof nog niet opgenomen hebt, dan ben je deze week moederschapsrust kwijt. Veel moeders willen zoveel mogelijk tijd doorbrengen met hun kindje in het postnataal verlof, maar toch is het belangrijk voldoende rust te nemen voor de bevalling. Deze rust verkleint het risico op vroeggeboorte.
Je krijgt een uitkering van het ziekenfonds. Die bedraagt tijdens de eerste 30 dagen van het zwangerschapsverlof 82% van je loon en daarna 75%. Vastbenoemde ambtenaren krijgen tijdens deze periode hun volledige loon.
Met toestemming van de werkgever mag je het werk neerleggen van de vijfde tot de zevende maand van de zwangerschap. Voor deze periode krijg je geen uitkering. Aansluitend wordt het prenataal verlof opgenomen.
Het is mogelijk om het postnataal verlof te verlengen als je borstvoeding geeft. Enerzijds kun je borstvoedingsverlof krijgen omwille van de werkomstandigheden. Dan krijg je een uitkering voor arbeidsongeschiktheid. Anderzijds kun je borstvoedingsverlof krijgen met instemming van de werkgever. In sommige sectoren is dit vastgelegd via een CAO. Hiervoor krijg je geen vergoeding. Integendeel, je moet zelfs een kleine vergoeding betalen aan de sociale zekerheid, om het recht op geneeskundige zorgen te blijven behouden.
Specifieke situaties
Als zelfstandige heb je recht op 8 weken moederschapsrust.
Om van de uitkering te kunnen genieten, moet je minstens 6 maanden aangesloten zijn bij een ziekenfonds of vrijgesteld zijn van de wachttijd. Tijdens de moederschapsrust moet je alle beroepsactiviteiten stopzetten. Je bent verplicht in totaal 3 weken op te nemen.
Geef je borstvoeding, dan heb je recht op twee pauzes van een half uur per dag om borstvoeding te geven of moedermelk af te kolven. De werkgever is verplicht hiervoor in een goed verwarmde en verluchte ruimte te voorzien.
Je kan hiervan gebruik maken tot 9 maanden na de bevalling. De werkgever moet hier 2 maanden voordien van op de hoogte gebracht worden. Een medisch attest van de dokter of een attest van Kind en Gezin is vereist. Voor de pauzes krijg je een vergoeding van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.