Het kinderrechtenverdrag geeft kinderen een aantal rechten. België heeft dit verdrag goedgekeurd. Rechters en wetgevers houden rekening met de inhoud van dit verdrag.
Het kinderrechtenverdrag bestaat uit drie pijlers. Ten eerste moeten kinderen toegang krijgen tot bepaalde diensten, zoals onderwijs. Ten tweede worden kinderen beschermd, bijvoorbeeld tegen kindermishandeling of drugs. Tenslotte moeten kinderen zelf kunnen participeren aan besluitvorming.
Sommige kinderrechten hebben rechtstreeks belang bij de opvoeding:
Als ouders goede redenen hebben, kunnen ze, in het kader van hun ouderlijk gezag, deze rechten schenden. Wanneer ouders bijvoorbeeld het vermoeden hebben dat hun dochter e-mails krijgt van een pedofiel, mogen ze het recht op privacy schenden door haar mailbox te checken. Of ouders mogen, in het belang van het kind, verbieden zich aan te sluiten bij een bepaalde vereniging of om te gaan met bepaalde vrienden.
Niet alleen ouders moeten kinderen in staat stellen hun rechten te realiseren, ook de overheid heeft hier een taak in. De overheid geeft kinderen toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, vrije tijd, spel en culturele activiteiten. Daarnaast neemt de overheid maatregelen om de rechten van kinderen in praktijk om te zetten: door spreekrecht in de rechtbank, leerlingenraden, rechten in de jeugdhulpverlening of bescherming. Een aantal diensten zetten zich in voor het welzijn van kinderen.