Je hebt als werknemer of zelfstandige recht op een geboortepremie (het kraamgeld). Dat is een éénmalige som die je krijgt bij de geboorte van een kind.
Op FAMIFED (Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag) vind je alle informatie over de geboortepremie.
Zelfstandigen wenden zich tot hun sociaal verzekeringsfonds. Meer info krijg je bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen – RVSZ.
Veel gemeenten kennen naast het kraamgeld ook een geboortepremie toe. Informeer je daarvoor bij de burgerlijke stand of raadpleeg de website www.rechtenverkenner.be.
Met de geboorteakte van de burgerlijke stand kun je kinderbijslag aanvragen.
De aanvraag gebeurt door de vader; of de meemoeder indien die ouder is dan de moeder; of de moeder. Als die noch werknemer noch zelfstandige zijn, dan wordt de aanvraag gedaan door de oudste persoon uit de volgende lijst:
Je moet het kraamgeld bij het kinderbijslagfonds van de werkgever van de vader (of meemoeder) aanvragen. Als de vader geen werknemer is, vraagt de moeder het aan.
Als je allebei werkloos bent, vraag je het kraamgeld aan bij het kinderbijslagfonds van de vorige werkgever.
Heb je beiden nog nooit gewerkt of werk je beiden in het onderwijs, in de horeca of ben je gepensioneerd of invalide, dan vraag je het kraamgeld rechtstreeks aan bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.
Als zelfstandige vraag je de premie aan bij je sociaal verzekeringsfonds.
Ben je niet zeker bij welk kinderbijslagfonds je bent aangesloten? Via het aanvraagformulier kraamgeld op de website van FAMIFED af, kunnen zij voor jou uitzoeken bij welk kinderbijslagfonds je dossier moet worden opgestart. In afwachting van de resultaten van dat onderzoek staan zij in voor de voorlopige uitbetaling van het kraamgeld.
Ook als je niet werkt en geen uitkering krijgt, kan je bij het publieke kinderbijslagfonds terecht voor gewaarborgd kraamgeld.
Je kunt de geboortepremie aanvragen vanaf 24 weken zwangerschap tot 5 jaar na de geboorte van het kind. Het wordt ten vroegste uitbetaald na de 8ste maand van de zwangerschap. Na de geboorte bezorg je het kinderbijslagfonds het formulier dat uitgereikt werd door de gemeente.
Het kraamgeld ligt hoger voor je eerste kind (€ 1.272,52) dan voor je volgende kinderen (€ 957,42). Meerlingen krijgen elk het bedrag alsof ze een eerste kind zijn. Is het kindje voor één van beiden het eerste kindje, maar niet voor de andere, dan geldt het bedrag voor een eerste kind. Wanneer je 180 dagen zwanger bent geweest, maar een miskraam of doodgeboorte had, heb je ook recht op kraamgeld.